`Ik ben zijn stem!'
Dennis Overeem is ernstig verstandelijk beperkt. Hij kan zich nauwelijks verstaanbaar maken. Dat is niet alleen heel frustrerend voor hem, maar ook ingewikkeld voor zijn omgeving.
Dennis woont op een zorgpark in Wekerom. Het afgelopen half jaar is niet gemakkelijk geweest voor Dennis, zijn ouders en zijn broer Mathijs. De coronacrisis heeft een flinke wissel getrokken op het gezin. Moeder Anita vertelt over berusting en strijd.
Ontwikkelingsachterstand
Anita en haar man Gert hebben twee zoons: Dennis (27) en Mathijs (21). Anita: `Ongeveer anderhalf jaar na zijn geboorte kreeg Dennis epilepsie. Ook werd toen duidelijk dat hij een ontwikkelingsachterstand had. Heftig was dat, zeker toen bleek dat hij altijd moeilijk verstaanbaar zou blijven. Dennis heeft gelukkig tot zijn zestiende bij ons kunnen wonen. Toen ging het niet meer. Omdat hij zich niet met woorden kon uitdrukken, werd hij steeds agressiever. We zagen Mathijs eronder lijden en ook ons kostte het uiteindelijk te veel energie. Vanaf zijn veertiende zijn we gaan zoeken naar een woonplek voor Dennis en we vonden die in Wekerom. Daar heeft hij het de eerste jaren goed gehad.’
Angst
Anita straalt als ze over haar zoon vertelt: `Dennis is zo’n leuke, vrolijke jongen. Een echte knuffelaar. Hij heeft veel humor en is heel slim. Onze zoons zijn stapelgek op elkaar. Tegelijkertijd is Dennis ook heel ingewikkeld om mee om te gaan. Hij heeft een sterke eigen wil. Als hij `nee’ zegt, weten wij dat er een hele wereld achter dat woord schuilgaat, maar we begrijpen lang niet altijd wat hij bedoelt.’ Ze vervolgt met tranen in haar ogen: `Dennis heeft een tijdje in een woning gewoond waar een medebewoner hem regelmatig onverwachts beet. Ik zag de beten en voelde zijn angst, maar hij kon er natuurlijk niet over praten. Heel verdrietig vond ik dat. Ik voelde heel sterk vanbinnen: ik ben zijn stem. Daarom sta ik steeds weer voor hem op als dat nodig is.’
Bescherming
De coronacrisis versterkt dat gevoel bij Anita. De gevolgen hiervan zijn groot voor het gezin. Anita, Gert en Mathijs mogen niet meer bij Dennis op bezoek. De maandelijkse logeerpartijen worden afgeblazen en tot overmaat van ramp stopt de dagbesteding. `Dennis genoot altijd enorm van zijn baan als postbezorger. Z’n wereldje werd ineens erg klein. Hij was 24/7 in zijn woongroep met dezelfde cliënten. De eerste maanden konden we daar nog in berusten. We begrepen dat deze maatregelen nodig waren om de bewoners en het personeel te beschermen. We hebben veel bewondering voor de manier waarop de begeleiders zich door de crisis heensloegen.’
Dwangmaatregelen
Tegelijkertijd wordt Dennis steeds ongelukkiger. Anita vervolgt: `Hij werd bozer en bozer. Hij bonkte met z’n hoofd en spuugde uit woede naar het personeel. Dat was voor hen natuurlijk behoorlijk beangstigend. Het gevolg was dat ze regelmatig dwangmaatregelen moesten toepassen. Hij werd soms gefixeerd. We vonden dat zo naar! Het erge is dat je je jongen in die periode helemaal niet ziet, je kunt hem niet geruststellen. Je bent als ouder nauwelijks in beeld. Zo nu en dan werden we gebeld en natuurlijk keken we regelmatig in zijn portal. Beeldbellen werkte helaas niet zo goed met Dennis. We konden hem alleen maar eenvoudige, gesloten vragen stellen. We zagen hem tijdens die gesprekken steeds matter worden. We waren al blij als we zagen dat zijn bonkplekken niet groter waren geworden. Heel verdrietig.’
Vragen
Het gebrek aan informatie zorgt voor grote spanning bij Anita en haar gezin: `Je ziet dat het niet goed gaat, maar je kunt daar niks aan veranderen. Je bent afhankelijk van de zorginstelling. Doordat je geen invloed hebt, voel je je machteloos.’ Strijdbaar: `Het enige wat we konden doen, was elke keer weer vragen stellen. Dat deden we dus. Hoe zit het met de bescherming van de begeleiders? Hoe is de nachtzorg geregeld voor Dennis, wordt hij nog wel verschoond? Wordt er extra schoongemaakt? Al die vragen werden niet of nauwelijks beantwoord. Daardoor blijf je er maar over piekeren.’
Driehoek
`Werken in de driehoek (bewoner - begeleider - ouder, red.) is een speerpunt van de instelling waar Dennis nu woont’, vertelt Anita, `maar wij hebben daar de afgelopen maanden nauwelijks iets van gemerkt. We hebben Dennis drie maanden niet kunnen zien, niet kunnen aanraken. We wisten alleen dat het niet zo goed met hem ging. Ten einde raad hebben we Jolanda van Sien gebeld. Zij luisterde naar ons en gaf goede tips. Zij adviseerde ons om contact op te nemen met het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). We zijn nu met het CCE en de instelling van Dennis in gesprek om zijn situatie te verbeteren.’
Hoop
`Wat ik hoop voor mijn kind? Dat hij binnenkort meer gelukkig en ontspannen door het leven kan gaan. Dat de dagbesteding wordt opgestart en hij vrolijk mag helpen met het rondbrengen van post. Als mijn kind gelukkig is, kan ik weer loslaten en komt er ruimte voor ontspanning en andere dingen. Dan hoef ik niet langer zijn stem te zijn. Ik hoop ook van harte dat de driehoek vanaf nu goed gaat functioneren. Écht samenwerken om Dennis gelukkig te maken, dat is waar ik naar verlang en waarin ik wil blijven geloven.’
Steun Sien
Heeft het verhaal van Anita jou enthousiast gemaakt voor ons werk? Overweeg dan om lid te worden van Sien of om ons werk te steunen. Bedankt alvast!