Kees heeft een zoon met het syndroom van Down, Jakko. In zijn blogs beschrijft Kees de dingen die hij meemaakt met Jakko, maar vooral ook wat hij van hem leert. Bijvoorbeeld dat het heel logisch is om te zoeken naar veiligheid als je bang bent.
Sommige mensen zijn bang voor spinnen. Anderen voor slangen. Of voor de tandarts. Mijn zoon Jakko, gezegend met een extra chromosoom én een radar voor drama, is bang voor zeemeeuwen. En niet zomaar een beetje bang….
Aanval op de boot
Afgelopen maand namen we samen de veerboot naar Terschelling. Vader en zoon. De zon op ons gezicht, de wind door ons haar. Het perfecte plaatje. Totdat de eerste zeemeeuw ons buitendeks ontdekte.
Volgens Jakko voerde de complete luchtmacht van de Waddenzee een aanval op ons uit. Ik zag gewoon wat lompe vogels die op een boterham en een frietje aasden. Jakko echter hoorde sirenes, zag duikvluchten en rook kruitdampen. “Papa, dekje, pas op!”, riep hij terwijl hij achter mijn jas wegdook. De mensen om ons heen keken alsof we meededen in een slapstickfilm. En ik? Ik voelde een lach opborrelen en tegelijkertijd een steek in mijn hart. Want hoe leg je een kind, met het niveau van een driejarige, uit dat de wereld niet altijd zo eng is als hij aanvoelt?
We schoven van stoel naar bankje. Van het voor- naar het achterdek. Van niveau één naar twee. Een soort levend ganzenbord, maar dan zonder dobbelsteen. Elk keer greep Jakko mijn arm vast alsof ik het laatste reddingsvest op de Titanic was. Ik probeerde hem telkens gerust te stellen. En al vond ik zijn angst hilarisch aandoenlijk, ik voelde ook hoe echt het voor hem was. En ik concludeerde dat een meeuw altijd sneller is dan een mens.
Ik hield koppig vol: “We gaan niet binnen zitten. Het is prachtig weer”. Maar zijn grote ogen bleven het water scannen alsof elk wit stipje een raketaanval was. Na drie kwartier gaf ik het op.
Veilig binnen
Dus zat ik daar. Binnen. Op een brede bank. Als een sippe sardine te kijken naar een scherm waarop stond dat in het restaurant koffie en appeltaart verkrijgbaar waren. Buiten glinsterde de zee, lonkte de zon, maar ik keek naar een saaie muur met een scherm. Jakko straalde echter. De vijand was afgeslagen. Voor hem was dit niet lafheid, maar pure overwinning.
En ergens begreep ik hem wel. Soms is de wereld te groot, te luid, te scherp. En dan is een veilige plek binnen meer waard dan alle zonnestralen buiten. Terwijl ik mokte om het gemiste zeezicht en de zeelucht, voelde ik hoe groot zijn vertrouwen in mij was. Als ik naast hem zat, was het goed. Maar dan wel binnen.
Jakko had gelijk. Soms moet je de strijd met de luchtmacht staken om de dag te redden. En wie weet is dat het echte eilandgevoel. Misschien gaat het niet om het strand, de duinen of de kroegjes. Maar om het weten dat je ergens veilig aankomt. Samen.
Kees Ritmeester
vader van Jakko
