Wilma heeft drie kinderen, haar jongste dochter Naomi is 28 jaar en heeft een verstandelijke beperking, autisme en epilepsie. In haar blogs beschrijft Wilma de belevingswereld van haar dochter, maar ook hoe het gaat in hun gezin en op Naomi’s woonplek. In deze blog gaat Wilma in op hoe ze samen, binnen haar dochters dorp, door een zondagmiddag wandelen.
Het is een zomerse zondagmiddag begin juli en zoals iedere zondagmiddag ben ik bij mijn dochter Naomi. Ik begeef me in haar wereld, waar tijd en tempo anders voelen.
Wat we zo’n middag gaan doen is afhankelijk van wat ze de afgelopen dagen heeft gedaan: waren er vieringen, was er het jaarfeest van het dorp, had ze een epileptisch insult? En hoe zit ze vandaag ‘in haar vel’? Ik kijk daarvoor in de dagrapportage maar overleg ook even met haar begeleider over hoe het nu gaat en wat wijsheid is.
Om de keur aan mogelijkheden voor Naomi en voor onszelf behapbaar te houden, beperken we ons tot zes of zeven mogelijke activiteiten. McDonalds hoort bij broer Jasper. Samen een salade eten en muziek luisteren hoort bij zus Susan. En een bezoekje aan een kringloopwinkel voor cd’s hoort bij haar vader. Dit is voor haar het cirkeltje waarbinnen de ‘tennisballen vallen’, zoals Peter Vermeulen het noemt in zijn boek Autisme & het voorspellende brein. Hoewel Naomi door haar ervaringen en herinneringen veel meer mogelijke uitjes kan bedenken en voorstellen, kaderen we het toch, want het gaat vooral om iets samen te doen.
Picknick
Vandaag blijven Naomi en ik in haar dorp Nieuw Woelwijck. We gaan picknicken en wandelen; rustig voorspelbaar en samen. Al keuvelend lopen we vanaf haar huis richting een ruim grasveld met mooie bomen en een picknicktafel, in mijn ene hand de picknickmand en in de andere Naomi’s hand. Als we bij de picknicktafel zijn, wrijft ze vol verwachting in haar handen, want wat zit er in de picknickmand?
Ik stal het uit op een fleurig kleedje: aardbeien, broodjes, kaas, drinken. Ik zie haar stralen en ik straal terug. Die wisselwerking, dáár gaat het om, zo simpel, klein en in het moment. Er ligt een slome en lome zomermiddag voor ons, waar geen eind aan lijkt te komen.
We zien vlinders fladderen, we horen de stilte en voelen af en toe een zuchtje wind over onze huid. Ik benoem het en vraag of zij dit ook voelt. Alles in het hier en nu. En ach, kijk eens, een paard aan de overkant van een poel. Naomi neemt ook veel waar, gedetailleerd, en ziet dat er nog eten op de picknicktafel ligt. Zij is pas gerust als alles op is, of als het uit haar gezichtsveld is.
Hetzelfde antwoord
Na onze picknick kuieren we verder, ik voel haar hand om mijn hand heen. We zien geen mens. Het valt Naomi ook op. Ze zegt: “Wat is het mooi rustig”. Haar conclusie is dat iedereen aan het eten is. Dan vraagt ze uit het niets: “Wat heb jij gisteren gedaan?”. Ik geef altijd hetzelfde antwoord op die vraag: “Ik heb in de tuin gewerkt, wat op de computer gewerkt en televisiegekeken”. Veel specifieker is niet nodig. Dat ik de vorige avond bij een concert van Acda en De Munnik in het Stadspark was, is voor haar te veel informatie en vertel ik dus niet, ondanks dat ik er zelf zo enthousiast over ben.
Langs het pad staan de hortensia’s in bloei. Ik laat het haar zien en wijs de bloemen aan. “Kijk eens, wat mooi. Weet je nog dat het een poosje terug nog knoppen waren? Nu zijn het bloemen.” Naomi zegt ad rem: “Dat komt door de zon, denk ik”. Na een stukje lopen komen we bij de boerderij. Er is een moestuin met allerlei groentes, bessen en kruiden en een boomgaard met veel appelbomen. Ik wijs naar de bessen, ze zijn al mooi rood. Ik haal er een trosje af en proef, ze zijn nog een beetje zuur. Ik geef Naomi ook een besje en zie dat ze het niet vertrouwt. Misschien zag ze mijn reactie? Zij hoeft in elk geval niet.
Vertragen en versmelten
Kijken, vertragen, observeren, koesteren, proberen, waarnemen, voelen, luisteren en ‘haar lezen’; dat is wat ik doe op zo’n middag.
“Ik ben nu wel moe”, zegt ze. Ik antwoord: “We hebben ook al een heel stuk gelopen, hè? Ik vind het een mooie middag met jou”. Naomi beaamt het en zegt erbij: “Ik ben jouw dochter hè?”. Ze kijkt naar me, met een gelukkige blik vol liefde. Dat kan ze, liefde en zachtheid laten zien. We versmelten in elkaar, in dit moment. Dat kan gebeuren omdat ik vandaag de rust en mijn focus heb om in haar tempo bij haar te zijn. Vandaag gaat mij dat goed af, maar soms kost me dat meer moeite.
We lopen rustig terug naar haar huis en onderweg komen we een paar bekende dorpsgenoten en hun ouders tegen. “Hallo Naomi”, hoor ik een bewoner zeggen. Dit voelt zo goed, dat zij onderdeel is van dit dorp. Ik zorg ervoor dat ze de overgang van mét mij naar niet meer met mij op een ontspannen manier maakt. Zij voegt nu weer in, in de regelmaat van de dag, waarbij haar begeleider haar van mij overneemt. We nemen opgewekt en rustig afscheid.
Met een voldaan gevoel stap ik in mijn auto en rij weer mijn andere wereld in. Een wereld van verschil.
Wilma Klaassen