Kees heeft een zoon met het syndroom van Down, Jakko. In zijn blogs beschrijft Kees de dingen die hij meemaakt met Jakko, maar vooral ook wat hij van hem leert. Bijvoorbeeld over het belang van kameraadschap en wederzijds vertrouwen.
We lopen als gezin met Jakko buiten, door een prachtig park. We genieten van de geuren, kleuren en de wolkenluchten. We dartelen en hollen achter een bal aan, die we om beurten voor ons uit schieten.
Ineens zijn we Jakko kwijt. We kijken achterom. Hij heeft het op een lopen gezet, achtervolgd door een kwispelende labrador. De labrador wil spelen. Jakko niet. Sterker nog, Jakko is doodsbang. En niet alleen voor deze hond. Voor hem dreigt in elke hond een potentieel gevaar. En tja, in Nederland buiten lopen en geen hond tegenkomen, dat kan niet. Na rijp beraad besluiten we om zelf een hond te nemen. Een zwarte labrador wordt als puppy aangeschaft. Dribbel is een droppie. Heel de familie is happy. Behalve Jakko.
Opgetrokken benen
Wekenlang zit hij met hoog opgetrokken benen op de bankleuning, bang kijkend naar elke beweging van Dribbel. Dit duurt zo een aantal weken. Vertwijfeld vraag ik mij af of dit wel een juiste beslissing is geweest. Totdat de zomer aanbreekt. Jakko en Dribbel zijn buiten. In een vlaag van verstandsverbijstering omhelst Jakko Dribbel op het gras. Vanaf dat moment zijn het maatjes. Dribbel verdedigt Jakko en springt overal voor hem in de bres. Dribbelt (ver)oordeelt niet. Jakko ontdekt dat een hond geen bedreiging hoeft te zijn. Regelmatig liggen ze neus aan neus in het vers gemaaide gras. Ook durft Jakko nu mee te wandelen. Hij is niet meer zo bang voor andere honden. Iedereen is happy. Behalve mijn vrouw Korine. Zj blijkt helaas erg allergisch en Dribbel moet naar een ander baasje. Het is alsof we een dierbaar gezinslid verliezen. En Jakko is zijn speelkameraad kwijt.
Opvoedkundige boeken
Later zag ik in onze rijkelijk gevulde boekenkast dat we vier boeken hebben over het opvoeden en africhten van honden. Ik zoek verder en kom geen boeken tegen over hoe je kinderen moet opvoeden.
Dit opent mij de ogen. We besteden meer aandacht aan het africhten van een hond dan aan het opvoeden van een kind, lijkt het. Dat moet anders: meer quality time! Vanaf dat moment ben ik met ieder kind een weekend op stap gegaan; een vader-dochterweekend en een vader-zoonweekend. Ook nam ik de kinderen vaker alleen mee op stap. Toen ze slaagden voor het voortgezet onderwijs mocht elk kind zeggen waar ze een week met mij naartoe wilden. Ieder kind koos een (ander) Grieks eiland. Met Jakko ga ik elk jaar minimaal één weekend weg.
Kees Ritmeester
vader van Jakko