We zitten in de wachtkamer bij de tandarts. Mijn zoontje Eelke (4,5 jaar) zit naast me. Ik heb hem een Donald Duckje gegeven. Hij houdt het voor zich en bestudeert aandachtig de plaatjes. Dat hij het blaadje op z’n kop houdt, heeft hij niet door. Er zitten nog een paar mensen in de wachtkamer, die staren ijzig voor zich uit.
Vrijwel direct na Eelke’s geboorte keek de neonatoloog mij aan en vroeg of ik iets bijzonders zag, ‘nee’ zei ik. ‘Nou we hebben sterk de verdenking dat hij het syndroom van Down heeft.’ Ik zag het niet, ik zag vooral onschuld. We gingen van een kindje wat we hadden verwacht, naar een kindje wat werd verdacht.
Er volgde een bloedonderzoek om de chromosoompjes te tellen. Dan zit je in onzekerheid: wordt het vrijspraak of levenslang Downsyndroom? Terwijl we wachtten, waren we in de war, geschrokken, wisten we niet wat we konden verwachten. Op dag vijf belden ze ons eindelijk op, we werden verwacht bij de arts voor de uitslag. Mijn vrouw en ik besloten om te bidden voor een wonder. In het ziekenhuis waren liften, de middelste ging open. Er stond een schoonmaker in, een Turkse man. Het bleek een oude bekende van mijn vrouw. ‘Alles goed?’ ‘Nou nee, we zijn in de war, want ons kindje heeft waarschijnlijk het syndroom van Down’. De man glimlachte en vroeg ons om even mee te lopen. We volgden hem tot aan zijn kluisje. Hij pakt zijn telefoon uit zijn tas en swipete naar een foto van zijn vierjarige zoontje met Downsyndroom. Hij zei: ‘ik snap jullie, maar het komt goed!’ Over wonderen gesproken…
In de wachtkamer bij de tandarts maakt Eelke enthousiaste geluiden. Vroeger voelde ik me daar ongemakkelijk bij, maar dat heeft plaatsgemaakt voor trots. Hij gooit het Donald Duckje enthousiast op de grond. Een meneer, die net nog nors en ontoegankelijk leek, pakt het op en geeft het hem terug. Eelke begint te klappen en te lachen en de man kan een glimlach niet onderdrukken. Eelke; hij kan nog niet lopen, praten of zelfstandig eten, maar een hart openen daar draait hij zijn hand niet voor om. Er zijn zorgen, maar het is goed.